De wet geeft aan dat er sprake is van bewaarneming als een partij, de bewaarnemer, zich tegenover een andere partij, de bewaargever, verbindt een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt te bewaren en terug te geven. De Hoge Raad heeft recentelijk[1] geoordeeld dat er ook sprake kan zijn van bewaarneming als een zaak wordt toevertrouwd aan een partij die tevens een eigen belang heeft bij het onder zich houden van een zaak. Gevolg daarvan is dat deze partij als bewaarnemer met een eigen belang toch bepaalde kosten in rekening kan brengen bij de bewaargever.
De casus die bij de Hoge Raad speelde ging over een schip. Omstreeks 2006 had Altena in opdracht van Searocco Yachts een schip laten bouwen. Op enig moment is dit schip gestald bij Altena. Er werd door bij deze ondernemingen betrokken personen een afspraak gemaakt die er op neer kwam dat het schip mocht worden verkocht als daarvoor een gegadigde kwam en zo lang dat niet het geval was, het schip kosteloos ter beschikking werd gesteld voor beurzen en promotiedoeleinden. Bij verkoop door Altena, zou Altena een bonus krijgen die mede voorzag in een vergoeding van liggeld en gemaakte onkosten. Op enig moment ontstaat er ruzie tussen partijen. Searocco Yachts verkoopt zelf het schip, maar Altena legt er beslag op. Altena vordert van Searocco Yachts betaling van o.a. liggeld, reparatie- en onderhoudskosten. Searocco Yachts betwist die verschuldigd te zijn.
De rechtbank wijst de vordering van Altena toe tot een bepaald bedrag. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van bewaarneming en dat daarvoor in beginsel loon is verschuldigd (hier liggeld). Het gerechtshof heeft dat oordeel bekrachtigd. Bij de Hoge Raad werd aangevoerd dat dit oordeel niet juist zou zijn, omdat voor bewaarneming is vereist dat de bewaargever de zaak aan de bewaarnemer toevertrouwt en de bewaarnemer zich over de hem toevertrouwde zaak ontfermt in het belang van de bewaargever. Het stallen van een schip met (ook) de bedoeling deze kosteloos ter beschikking te stellen voor beurzen en promotiedoeleinden zou niet voldoen aan dit vereiste. De Hoge Raad oordeelt dat het stallen van het schip bij Altena met de daarbij gemaakte afspraken in casu aangemerkt kan worden als bewaarneming en dat Altena daarom recht heeft op loon. Dat Altena tevens in haar eigen belang gerechtigd was het schip kosteloos te gebruiken voor beurzen en promotieactiviteiten staat er aldus de Hoge Raad niet aan in de weg dat toch sprake is van een bewaarnemingsovereenkomst.
Bovenstaande zaak illustreert het belang van een goed contract waarin afspraken tussen partijen worden vastgelegd. Daarbij dient ook aandacht te worden besteed aan toekomstige scenario’s en eventuele kostenvergoedingen.
Wilt u meer weten over contracteren, neem dan contact op met ons kantoor via info@lawton.nl of 088 9 10 11 12.
© Lawton Advocaten, 2015
Dit bericht is puur informatief van karakter. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van dit bericht geldt niet als juridisch advies. Voor het gebruik hiervan is Lawton niet verantwoordelijk.
De huidige berichten zijn gefilterd op een categorie.
Klik hier om alle nieuwsberichten te bekijken.