• Is de personeelsvereniging van de gemeente Deventer een reisorganisator in de zin van de wet?

    16 January 2018, 13:58

Nederland kent de SGR, het garantiefonds voor door consumenten aan reisorganisaties vooruitbetaalde reissommen. Als een reis niet wordt uitgevoerd wegens financieel onvermogen van de reisorganisator, kan de consument de betaalde reissom van de SGR terugkrijgen. Soms is de SGR van mening dat zij niet uit hoeft te betalen, bijvoorbeeld omdat er geen reisovereenkomst is gesloten, of omdat de partij met wie een overeenkomst is gesloten niet als reiziger kan worden aangemerkt. Hoe gaat een rechter met dit soort vraagstukken om? Dat wordt mooi geïllustreerd in de volgende uitspraak.

De DeePeeVee (DPV) is een personeelsvereniging van de gemeente Deventer met zo’n 700 à 800 leden. De leden betalen maandelijks € 3,50 aan DPV, waarvan € 2,50 wordt besteedt aan activiteiten. Een van die activiteiten is de jaarlijkse stedentrip. In 2013 wil DPV naar Madrid en boekt twee groepsreizen bij OAD Reizen B.V. De reissommen zijn vooraf door DPV betaald aan Oad. Helaas gaan de stedentrips niet door vanwege het faillissement van Oad. DPV verzoekt de SGR de vooraf betaalde reissommen van in totaal € 28.875 in het kader van de garantieregeling van de SGR terug te betalen aan haar leden. De SGR wijst het verzoek af, waarna DPV de rechter verzoekt SGR tot betaling van de reissom te veroordelen.

DPV stelt zich daartoe op het standpunt dat er een reisovereenkomst is gesloten tussen Oad als reisorganisator en de leden van DPV als reizigers en dat deze reisovereenkomst onder de SGR dekking valt. Omdat de leden hun vordering op SGR aan DPV hebben gecedeerd is DPV vorderingsgerechtigd. SGR betwist de vordering van DPV. Zij meent dat er geen reisovereenkomst tussen Oad en de leden van de personeelsvereniging is, maar tussen DPV als reisorganisator en haar leden. DPV is als reisorganisator volgens SGR niet aangesloten bij de SGR garantieregeling en kan dus geen aanspraak maken op terugbetaling. Volgens SGR heeft DPV de reis naar Madrid op eigen naam aan haar leden verkocht, heeft ze de reis zelf samengesteld en is Oad slechts een toeleverancier. Tot slot is ook de aan de leden doorbelaste prijs lager dan de prijs die Oad hanteerde prijs.

De rechter oordeelt dat voor toewijzing van de vordering van DPV moet vast komen te staan dat er een reisovereenkomst is gesloten die onder de dekking van de SGR-garantieregeling valt. Daarvan is sprake als er een reisovereenkomst tot stand is gekomen tussen een bij SGR aangesloten reisorganisator en een of meerdere reizigers. Van een reisovereenkomst is op grond van artikel 7:500 BW sprake ‘indien een reisorganisator zich jegens zijn wederpartij verbindt tot het verschaffen van een door hem aangeboden van te voren georganiseerde reis die een overnachting of een periode van meer dan 24 uur omvat alsmede twee van de volgende diensten: vervoer, verblijf andere toeristische dienst. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met Oad waren de twee groepsreizen al samengesteld. Er is dus sprake van een van te voren georganiseerde reis. De groepsreizen bevatten bovendien minimaal 2 van de genoemde diensten dus er is sprake van een reisovereenkomst.

Is Oad aan te merken als reisorganisator? Ja, zo oordeelt de rechter. Oad heeft de reis beschreven en samengesteld en DPV heeft aan die reis in de communicatie aan haar leden vrijwel niets veranderd. Anders dan SGR stelt kan Oad niet slechts als toeleverancier worden aangemerkt. Dat DPV niet precies dezelfde reissom doorberekent aan haar leden maakt dat niet anders. Dat is overigens ook niet vreemd, nu een deel van de reissom betaald werd uit de maandelijkse bijdragen van de leden. Niet DPV-leden die zich hadden aangemeld moesten wel de ‘Oad-prijs’ betalen. Kortom niet de DPV, maar Oad moet als reisorganisator worden aangemerkt.

Vervolgens oordeelt de rechter over de vraag wie als reiziger moet worden aangemerkt. Daarover verschillen partijen van mening. In de SGR-garantieregeling wordt het begrip consument gehanteerd, maar dit begrip moet volgens Europese regels op dezelfde wijze worden uitgelegd als de richtlijn Pakketreizen. In die richtlijn – in de Nederlandse wet verankerd in artikel 7:500 lid 1 onder c BW – wordt onder reiziger verstaan: ‘de wederpartij van de reisorganisator, degene te wiens behoeve de reis is bedongen en die dat beding heeft aanvaard of degene aan wie overeenkomstig artikel 7:506 BW de rechtsverhouding tot de reisorganisator is overgedragen.’ Een iets ruimere omschrijving dus.

Volgens de rechter volgt uit de gedragingen van partijen dat DPV de reis niet op eigen naam heeft geboekt, maar namens haar leden. DPV heeft gemotiveerd dat haar leden haar heeft verzocht de reis voor hen te boeken. DPV heeft zich vervolgens tot Oad gewend en op basis van een offerte zijn de reizen bij Oad geboekt. DPV heeft de reissommen van haar leden geïnd en doorbetaald aan Oad. Bij Oad was overigens bekend dat de reis voor de leden van de personeelsvereniging werd geboekt en was daar ook blij mee. Het scheelde op deze manier behoorlijk wat individuele boekingen. Maar zelfs al zou DPV de reis op eigen naam hebben geboekt, dan nog zouden de leden als reizigers kunnen worden aangemerkt. Immers is de reis bedongen voor de leden en op basis van 7:500 lid 1 onder c BW is de reiziger ook degene voor wie de reis bedongen is. De DPV-leden zijn dus reizigers op grond van de wet en vallen, gelet op de richtlijnconforme uitleg van de SGR-garantieregeling, ook onder het begrip consument in de zin van de garantieregeling. SGR moet de betaalde reissom terugbetalen.

Deze uitspraak illustreert wanneer er sprake is van een reisovereenkomst, een reisorganisator en een reiziger. Heeft u vragen over een reisovereenkomst of over andere juridische kwesties op het gebied van recreatie en toerisme? Neem dan contact op met Lawton Advocaten op nummer 076 52 33 450.

Ingeborg ten Oever

 

Vindplaats: ECLI:NL:RBROT:2016:511 (Rechtbank Rotterdam 13-01-2016, Dee Pee Vee - SGR)

Lawton, 2016. Dit bericht is puur informatief van karakter. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van dit bericht geldt niet als juridisch advies. Voor het gebruik hiervan is Lawton niet verantwoordelijk.