• Het toestemmingsvereiste bij borgtocht

    16 January 2018, 13:56

Wanneer  heeft  u toestemming nodig van uw echtgenoot bij uw zakelijke financiering?

Zakelijke financieringen worden meestal niet verstrekt zonder dat hier zekerheden tegenover staan. Daarbij kunt u denken aan het verstrekken van een pandrecht op inventaris en voorraad of een hypotheekrecht op uw woning (zogenaamde zakelijke zekerheidsrechten). Daarnaast kan de bank van u als bestuurder een borgtocht verlangen (een zogenaamd persoonlijk zekerheidsrecht). Dit betekent dat wanneer uw onderneming de verplichtingen uit de verkregen financiering niet meer na komt de bank u dan persoonlijk kan aanspreken op grond van de afgegeven borgtocht.

De afgelopen jaren zijn tal van procedures gevoerd met de borgtocht als onderwerp.  Hieronder zal ik een recente uitspraak behandelen. [1]

In deze zaak werd een bestuurder aangesproken door de bank omdat hij een borgtocht had afgegeven. Het bedrijf waaraan het krediet was verleend was inmiddels failliet verklaard. De bestuurder verzette zich tegen de incasso van de borgtocht door de bank. Zijn verweer was dat zijn vrouw geen toestemming had gegeven om de borgtocht aan te gaan. Op grond van de wet[2] is deze toestemming vereist wanneer de financiering niet is afgesloten in het kader van de uitoefening van het ‘normale beroep of bedrijf’. Indien in een dergelijk geval door de echtgenoot voor het aangaan van de borgtocht geen toestemming is gegeven dan kan door de echtgenoot de borgtocht worden vernietigd en dient de bank de incasso dus te staken.

De rechtbank beoordeelt vervolgens of de financiering die is afgesloten bij de bank (en waar dus de afgegeven borgtocht mee samen hangt)  is aangegaan in het kader van de normale bedrijfsvoering. De rechtbank komt tot het oordeel dat dit het geval is en dat dus de toestemming van de echtgenote niet vereist was. De omstandigheden die daarbij een rol speelden waren:

  • De aard van het bedrijf. Het betrof een winkel in hockeyspullen en in dat kader waren de inkomsten seizoensafhankelijk. In mindere tijden diende de financiering van de bank dan ook voor behoud van liquiditeit en daarmede continuïteit voor inkomsten.
  • Bovendien kon de financiering niet worden beschouwd als ‘niet alledaags’ (en dus niet als abnormaal). Als voorbeelden van ‘niet alledaagse’ financieringen worden door de rechtbank – in navolging van een recente uitspraak van de Hoge Raad - genoemd financieringen die worden verstrekt in een situatie van dreigende discontinuïteit (kortom een slechte financiële situatie waarbij mogelijk een faillissement op de loer ligt)
  • Dat er meerdere herfinancieringen[3] zijn geweest – waarbij het krediet steeds werd afgestemd op de concrete behoeften- duidt er op dat het krediet  zou zijn verstrekt in het kader van de normale bedrijfsuitoefening.  Dit hing immers samen met de aard van het bedrijf

Kortom, de Rabobank mocht overgaan tot incasso op grond van de borgtocht.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen over de door u afgegeven borgtocht of andere vragen met betrekking tot  borgtocht? Stel uw vraag aan één van onze specialisten (076 52 33 450 of info@lawton.nl)



[1] Rechtbank Rotterdam 15 februari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:1251

[2] Artikel 1:88 BW in samenhang met artikel 1:89 BW

[3] Er zijn uitspraken bekend waarin is bepaald dat onder omstandigheden voor een herfinanciering wel de toestemming van de echtgenoot vereist is omdat niet kan worden gezegd dat de lening is aangegaan in de normale bedrijfsuitoefening. Dit is het geval als het gaat om een  geldlening ter herfinanciering van bestaande schulden van een vennootschap, waardoor de lening niet zozeer gebruikt kan worden voor de bedrijfsuitoefening  (bijvoorbeeld inkoop van goederen), maar in feite slechts de zekerheidspositie van de uitlenende bank wordt versterkt.

Lawton, © 2017

Dit bericht is puur informatief van karakter. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van dit bericht geldt niet als juridisch advies. Voor het gebruik hiervan is Lawton niet verantwoordelijk.